Castricum – Het is voor de derde keer dat kerkuilen in de loods bij camping Ormsby Field een gezin hebben gesticht. Afgelopen maandag werden ze geringd. Zo’n twintig op de camping verblijvende kinderen konden zien hoe dit in z’n werk gaat.

Terwijl het nog even wachten is op Piet Zomerdijk van de kerk- en steenuilenwerkgroep, vertelt Gerard Veldt intussen dat hij afgelopen winter al voortekenen zag van het aanstaande nestelen. ,,De kerkuilen waren op zoek naar een nestkast. Het exemplaar bij ons in de loods leek ze wel aan te staan. De laatste weken vlogen de ouders dagelijks constant af en aan om het kroost van eten te voorzien.” Gerard heeft geen idee hoeveel kuikens zich in de nestkast bevinden.

Meten is weten

Als Piet Zomerdijk arriveert zijn vader en moeder uil net een rondje omgegaan. Piet haalt de uilskuikens uit de nestkast en stopt ze in een tas. Boven, vanaf de ladder roept hij naar Gerard dat het een vruchtbare leg is geweest. Hij heeft zes kuikens geteld. Inmiddels is een tafeltje met ringen en meet- en weeg apparatuur klaargezet. Het doet een beetje denken aan een consultatiebureau in de open lucht. Een voor een worden de uiltjes uit de tas gehaald. Ze worden geringd en in een weegschaaltje gelegd en de vleugeltjes worden opgemeten.

Inmiddels kruipen de kinderen steeds dichter bij het tafeltje om alles zo goed mogelijk te kunnen zien. Het soort, de afmetingen, het ringnummer, het gewicht en de leeftijd in dagen wordt nauwkeurig in de administratie verwerkt. Piet vertelt dat voor het bepalen van de leeftijd de datum 1 juli 2020 als nulmeting geldt. ,,Op die dag keek Gerard voor het eerst in de nestkast en trof hij twee eieren aan. Omdat kerkuilen eens per twee dagen een ei leggen is de leeftijd in dagen simpel uit te rekenen.”

Vragen

Als het derde uiltje geringd wordt roept een van de kinderen ,,Waarom is dit uiltje kleiner dan de vorige?” Piet legt uit dat een ei dat eerder gelegd is ook eerder uitkomt. Daarom is het ene kuiken groter dan het andere en zit de een soms al beter in de veren dan zijn broertje of zusje. ,,Leggen ze altijd zes eieren, meneer?”, vraagt een ander kind. ,,Nee hoor”, zegt Piet. ,,Het aantal eieren per nest hangt af van de hoeveelheid veldmuizen in de omgeving. Als er veel voedsel voor de uilen is, leggen ze ook meer eieren. Zes jongen is best wel veel hoor.”

Als het laatste kuiken voor inspectie uit de tas wordt gehaald klinkt er uit de kindermondjes een massaal ,,Ahhh”. Het blijkt het jongste uiltje te zijn, nog helemaal in een wit donspak. Als de gegevens van het diertje in de administratie zijn opgenomen gaan alle vogels weer in de tas. Piet klimt de ladder weer op en zet ze weer terug in de nestkast.

Het was een leerzaam half uurtje, niet alleen voor de jeugd, maar ook voor de ouders die op gepaste afstand meekeken. En onze ‘gevleugelde vriendjes’? Die zijn na deze vermoeiende bezigheid meteen een uiltje gaan knappen. (Tekst: Henk de Reus)

Op de foto:
Piet Zomerdijk weegt een van de uiltjes voordat deze weer terug in de tas gaat. Inzet: close-up van een kerkuilskuiken (Foto: Henk de Reus)