Castricum – Toen hij op z’n 60ste met vervroegd pensioen ging zocht Cor Martens een hobby. Hij besloot lange afstanden te gaan fietsen. Op z’n tweewieler reed hij door heel Europa en fietste van z’n 60ste tot z’n 90ste 360.000 kilometer bij elkaar. Het is omdat z’n gezondheid het een paar jaar terug liet afweten, anders zat Cor nog steeds op de fiets.
Door Henk de Reus
Cor (94) wacht de verslaggever thuis op. Op een tafeltje liggen mappen met foto’s en beschrijvingen van de vele reizen die hij de afgelopen dertig jaar maakte. Hij vertelt er graag over en kan zich alles nog in detail herinneren. Cor startte op z’n 60ste met fietsen. ,,Ik ging toen in de VUT. Ik merkte al gauw dat m’n vrouw het niks vond om thuis de hele dag een man om haar heen te hebben. Ik zat haar duidelijk in de weg. ‘Man, ga toch eens fietsen of zo’, riep Bep dan wel eens. Dat laatste ben ik toen maar gaan doen.” De toerfiets werd vanaf dat moment Cors grootste vriend. Dan pakt hij een klein bloknootje. ,,Kijk, hierin staan alle tochten en de kilometers die ik jaarlijks maakte.” Onderwijl wijst hij naar de opgeschreven kilometers. Ook de namen van de beklommen bergen en de hoogte hiervan staan erin, zoals van de Col du Tourmalet in 2007 en de Mont Ventoux in 2004. Achter de naam van de laatste staat tussen haakjes ‘Nooit meer!’ Cor: ,,De beklimming was een marteling, 2115 meter omhoog. Het was afzien en ik zei meteen dat ik die nooit meer zou doen.”
Rome
De eerste rit in 1987 ging naar Rome. Het boekje vermeldt een afstand van 1990 kilometer. Cor slaat de fotomap open. ,,Kijk, zo begon het”, zegt Cor, wijzend naar een krantenbericht met de kop ‘Op de fiets naar het graf van Petrus’. Het artikel biedt belangstellenden de mogelijkheid om mee te gaan. Er gelden drie voorwaarden: vooraf trainen, een fiets met minstens tien versnellingen en vooraf een bezoek aan de huisarts. Cor: ,,Bep las het en vroeg of dit niet iets voor mij was. Ik kocht een fiets met 21 versnellingen, zodat ik er nog wat achter de hand had. De huisarts lag mij ook niet in de weg en zwaaide mij vrolijk uit. Alleen dat trainen vooraf…. Man, ik heb wat afgefietst. Ik was een van de twee oudste deelnemers en wilde voorkomen dat ik het vijfde wiel aan de wagen zou worden. We fietsten zo’n 150 kilometer per dag. Toen het erop aankwam bleek ik de beste van de twaalf deelnemers te zijn. Na Rome trokken we door naar Pisa.” Cor toont een foto met de scheve toren op de achtergrond als bewijs.
Santiago de Compostella
In 1992 fietste Cor met vier personen naar Santiago de Compostella, een rit van 1992 kilometer. Het vijftal startte in Zuid-Frankrijk. Vandaar trok het via de aloude Jacobusweg naar Santiago de Compostella en koerste verder naar het Portugese bedevaartsoord Fátima en vervolgens naar Lourdes. Cor: ,,De rit door de Pyreneeën was een en al klimmen. Ik fietste rustig in m’n eigen tempo en bleef soms wat achter hangen. ‘Kom op, Cor,’ werd er dan voorin geroepen. Ik liet mij niet gek maken. Het leuke van het verhaal is dat ik ze de laatste vijf kilometer allemaal voorbij fietste en als eerste aankwam. Het bezoek aan Fátima maakte grote indruk op mij. Ik zie nog de pelgrims die de laatste 350 meter kruipend op hun knieën naar de kapel van Maria aflegden voor genoten gunsten en als inlossing van een eerdere gelofte aan Maria.” Hij toont de foto waarop dit te zien is. De hele reis is minutieus in een album beschreven.
Jeruzalem
In 1995 vertrok Cor – hij was toen 69 – voor z’n langste reis met als einddoel Jeruzalem. Onderweg werd Rome aangedaan, maar hier ging het mis. Cor weet het nog goed. ,,Onderweg naar Rome voelde ik dat er iets niet goed met mij was. Er fietste al iemand als bezemwagen achter mij voor het geval het mis ging. Ik voelde pijn in m’n borst, maar bleef toch doorfietsen. Het woord ‘opgeven’ komt in mijn woordenboek niet voor. Ik ben zelfs de St. Gotthardberg nog over gefietst.” Hij wijst naar zijn voorhoofd. ,,De dokter in Rome stelde angina pectoris vast en ik belandde in het ziekenhuis. Een bezoek aan Jeruzalem zat er voor mij niet meer in. Ik werd teruggevlogen en onderging in Nederland een open hartoperatie.
Tijdens het herstel vroeg ik aan m’n dokter wat ik allemaal nog mocht doen. ‘Alles’ was zijn antwoord. Ik moest alleen terugkomen als ik wat voelde. Het eerste wat ik deed was op de fiets stappen.” In de twintig jaren hierna maakte Cor nog fietsreizen in Noorwegen, Spanje, Portugal, Italië, Denemarken, België en Luxemburg. Vanwege zijn leeftijd en uitzonderlijke prestaties werd hij sindsdien door de pers gevolgd. Zelf schuwde Cor de pers ook niet.
Auto-immuunziekte
In 2020, Cor was inmiddels 90 jaar, kreeg hij zomaar klachten. Cor: ,,Wat heb ik nou aan m’n fiets hangen?”, dacht ik. In het Rode Kruis ziekenhuis wisten ze niet wat ik had. Ik werd doorgestuurd naar Alkmaar. Na uitvoerig onderzoek bleek dat ik een auto-immuunziekte had die al m’n organen aantast. Ik krijg sindsdien elk half jaar een infuus om de ziekte onder controle te houden. Ik heb inmiddels het laatste infuus gehad en zou het nog even moeten kunnen uitzingen, volgens de dokter. We wachten het dus maar af.” De Koga Miyata, waarmee hij de laatste 30 jaar zo’n negen keer de omtrek van de aarde aflegde moest Cor vier jaar terug noodgedwongen aan de wilgen hangen. Sindsdien kijkt hij af en toe met genoegen terug naar de vele mappen met foto’s, herinneringen en krantenknipsels van alle tochten. Hij voelt zich bevoorrecht. Wie kan er zeggen dat hij net zoveel van Europa heeft gezien als Cor? En Bep (90)? Zij is inmiddels wel gewend om Cor de hele dag om zich heen te hebben. Zijn opgewekte karakter en levenslust zal hier zeker aan bijdragen.