Castricum – Wat weten we eigenlijk van de Tandenfee? Patty Brinkmann besloot er een boek over te schrijven. Een nieuw kinderboek om voor te lezen of zelfstandig te lezen. Niet alleen over de Tandenfee, maar ook over negen andere feeën. De verhaaltjes worden steeds iets moeilijker. Daardoor is het boek geschikt voor kinderen van 5 tot 7 jaar, precies de leeftijd waarop kinderen doorgaans hun melktanden gaan wisselen voor het definitieve gebit.
Patty Brinkmann beschrijft een magische wereld waarin de eigenwijsheid van de fee beloond wordt met een spannend avontuur en een eigen naam. Je angst overwinnen, zelfvertrouwen en een eigen identiteit ontwikkelen zijn terugkerende thema’s. De geboren Haarlemse woonde na haar pensionering enige tijd in Portugal, maar keerde terug naar eigen land toen het eerste kleinkind zich aandiende en vestigde zich in Castricum. Toen haar kleindochter Merel begon met tanden wisselen, verzon ze het verhaal van de Tandenfee. Merel was tegelijk ook haar klankbord. ,,De proefversie van elk verhaal las ik aan haar voor. Zo kon ik horen of de zinnen lekker liepen. Ook checkte ik of haar aandacht verslapte en of er geschrapt moest worden in het verhaal.’’
Tien feeën
De verhalen over de tien feeën beginnen met de jongste fee in het feeënbos. Feetje wil niet doen wat de andere feeën doen. Ze wil een eigen taak. De oudste fee begrijpt het en Feetje mag op zoek gaan naar haar taak (in het leven). Als haar missie is geslaagd krijgt ze haar naam: Tandenfee. Feetwee volgt het voorbeeld van Tandenfee. Ze weet in het volgende verhaal (dat de kinderen zelf kunnen lezen) al snel wat haar ’taak’ is: ze is dol op koken. Als ze een kookboek heeft geschreven wordt ze voortaan Kookfee genoemd. Zo laat het boek tien feeën tot leven komen die weten wat ze willen! Ze gaan allemaal op zoek naar waar ze goed in zijn en krijgen een passende naam in plaats van een nummer: Feetwee, Feedrie enzovoort. Het boek ‘De geschiedenis van de Tandenfee’ is verkrijgbaar bij Boekhandel Laan. (Foto: aangeleverd)