De bewoners en gebruikers van de Schulpvaart zijn bijeen gekomen in verband met expansiedrift van onder andere de gemeente Castricum. Enkele zwanen hebben hun nek uitgestoken en een samenkomst in de grote bocht, ook wel een knik genoemd, georganiseerd. Om het niet te laten ontaarden in een geklik, geklater en gesnater hebben zij de wijze uil uitgenodigd om als gelouterde gespreksleider op te treden.
De opkomst was boven alle verwachting. Van alle kanten kwam men aangezwommen en gevlogen. Zowel de linkse als de rechtste vertegenwoordigers waren in grote getale aanwezig. Zelfs enkele snoeken staken hun spitse snuit boven water. Na een korte inleiding van de uil nam een van de zwanen het woord. Zij vertelde over de lange historie van de Schulpvaart. Langs deze belangrijke aanvoerroute werden in het verleden niet alleen schelpen, maar ook graan, brandstoffen en vele andere nuttige benodigdheden ten behoeve van Castricummers aan wal gebracht.
Dat is tot genoegen van de flora en fauna al vele jaren verleden tijd. Elke bewoner geniet nu van de rust en stilte. Vele generaties groeiden op in een bloemrijke omgeving tussen het wuivende riet. Maar wat staat er nu te gebeuren? Kwaadaardige machines ploegden door het grasland. De reeds aanwezige kieviten moesten uitwijken naar verre broedplaatsen. De nu ontstane kanaalachtige sloten liggen er verlaten bij in een nu nog desolate omgeving. En nu moest men toezien dat er een brug over hun Schulpvaart geplaatst werd.
De wijze uil opperde een commissie te benoemen die het een en ander zou gaan onderzoeken en een gedegen rapport uit te laten brengen. De rechtse eenden konden zich niet langer bedwingen en kwaakten: ,,Dat wordt weer opgeborgen in de bekend la! Dit is een brug te ver! Vrijheidsberoving! We gaan protesteren of emigreren!’’ Het kwekken en kakelen werd krijsen: ,,Aktie, Aktie!’’ De aalscholvers in de bomen lieten zich ook horen: ,,We gaan de brug vol flatsen, dat kunnen wij als de beste. Krijtwit en onbegaanbaar zullen we hem maken.’’
Het jonge eendje vroeg aan zijn moeder: ,,Wat is flatsen?’’ ,,Dat is poepen, lieve schat, maar dan heel vies en glibberig.’’ De wijze uil maande tot kalmte en sprak: ,,We moeten de mens niet als vijand beschouwen, doch als medebewoner op deze aardbol. Laten we hopen dat zij zich zullen verbazen en met ons genieten van de rust en schoonheid van een van de laatste historische plekjes in ons mooie dorp. Laten wij na enige tijd weer samen komen en zien hoe de vlag er dan bij staat. ,,Een vlag staat niet, maar hangt’’, was luid aan de rechterzijde te horen. De uil glimlachte slechts. Hij had de spreker herkend.
Dick Groot