Limmen – Ze ontmoetten elkaar 68 jaar geleden in het parochiehuis in Limmen. Daar werd Joop Glorie door zijn vrienden uitgedaagd om Aaf Sprenkeling te versieren. ,,Volgens mijn maatje had ik geen schijn van kans. Glunderend: ,,En nu zit ik hier met haar. Nog steeds.”
Joop en Aaf waren die bewuste 1 april beiden aanwezig bij een uitvoering van de Katholieke Jongeren Beweging (KIB). Joop werd door zijn vrienden uitgedaagd. ,,Onderling bespraken we dan wie welk meisje naar huis zou brengen. Zo ging dat in die tijd.” Het lukte Joop om Aaf te strikken. ,,Die maat van mij was jaloers, stiekem had hij dat gewild.” Aaf: ,,Dat had ik niet gehoeven hoor, hij was een kop kleiner dan ik.” Van liefde op het eerste gezicht was geen sprake, dat moest groeien volgens het duo. De week na hun ontmoeting nodigt Aaf Joop bij haar thuis uit om te kaarten. Pandoeren. ,,Mijn vader was een goede man, dus dat durfde ik wel aan”, zegt Aaf. Toen Joop hier kwam zei hij gekscherend: ‘jij hoeft hier niet meer te komen’. Waarop Joop antwoordde: ‘klopt, ik ben er toch al.’ Toen wist ik dat het goed was. Mijn vader zei gelijk: Joop is uit het goede hout gesneden.”
Aaf groeit op in Bakkum in een gezin met drie kinderen. Ze is er een van een tweeling. Joop heeft negen broers en zussen en wordt geboren in Limmen. Na die avond kaarten hebben ze verkering. Niks officieels, het ging gewoon zo. Na drie jaar trouwt het stel in Limmen en de daaropvolgende elf maanden woont het kersverse bruidspaar in bij de ouders van Aaf. De woning die aan hen is toegewezen door het bedrijf waar Joop voor werkt, is nog bewoond. ,,Maar omdat wij getrouwd waren moest de vorige bewoner eruit.”
Het stel gaat in Alkmaar wonen, boven de werkplaats en samen krijgen ze zeven kinderen. Joop werkt als vulkanisator en repareert autobanden, Aaf is huismoeder. In tegenstelling tot Aaf kan hij zijn draai niet vinden in Alkmaar. ,,Ik vond het helemaal niks, ik wilde graag iets voor mezelf. Zaten we daar, in een bovenwoning in de stad.” Aaf: ,,Hij heeft altijd gezegd: als ze me middenin de nacht opbellen om te vragen of ik wil verhuizen, pak ik gelijk mijn spullen. Ik vond het heerlijk in de stad.” Gekscherend: ,,Ik kwam natuurlijk uit het dorp, dan heb je wel een herkenbaar accent, dus ik vond dat ik in Alkmaar wel wat deftiger moest praten. Toen ik dat eindelijk kon, verhuisden we naar Limmen.” Daar bloeit Joop op. Ook Aaf is uiteindelijk blij met de terugkeer naar het dorpse leven. Dag en nacht werkt ze in de grote tuin die bij hun huis hoort. Joop werkt in die tijd als vulkanisator voor de Hoogovens en teelt groenten in de achtertuin. ,,Peulen, aardbeien, sperziebonen: van de opbrengst konden we ons huis betalen.” Aaf: ,,En we hadden natuurlijk een hoop mondjes te voeden.”
Het echtpaar heeft een grote familie: met twaalf kleinkinderen en acht achterkleinkinderen is er altijd wel aanloop. ,,Elke zondagochtend hebben we familie over de vloer”, zegt Joop. ,,Dat is zo gezellig. Iedereen mag komen, maar het is geen verplichting.” Aaf: ,,Nee hoor, de koffie is warm en de koekjes liggen in de trommel. Wie wil komen, die komt.” Pure rijkdom, vindt het duo. Wat ze zo leuk vinden aan elkaar? ,,We houden allebei van grapjes”, vindt Joop. Aaf knikt. ,,Je moet overal de humor van inzien. Ik heb eigenlijk nooit een dag dat ik je chagrijnig vindt.” Joop: ,,Even dimmen, Aaf!” Het duo giert het uit. ,,We hebben een prachtig leven samen. Toch, Joop?” (Mardou van Kuilenburg)