Castricum en andere kustgemeenten spreken donderdag 4 februari met minister Kamp van Economische Zaken over de plannen voor extra windmolenparken voor de kust. De kustgemeenten zijn niet tegen windmolens, maar zien ze wel liever verder uit de kust. Een deel van de aangewezen stroken ligt op slechts 18,5 kilometer uit de kust. Het gaat daarbij om grote turbines van circa 240 meter hoog. Deze windmolens zullen van Den Haag tot Den Helder zichtbaar zijn.
Wethouder Ans Pelzer: ,,Een vrij en onbelemmerd uitzicht is enorm waardevol, zeker voor een gemeente als Castricum waar toerisme en recreatie een belangrijke economische pijler is. We maken ons hard voor een alternatieve locatie verder uit de kust.”
Het ministerie heeft eerder al een gebied aangewezen op 22 kilometer uit de kust maar kwam later met het voornemen daar een strook aan toe te voegen op 18,5 kilometer uit de kust. Tegen die strook maken de kustgemeenten bezwaar. De kustgemeenten pleiten ervoor om verder op zee te beginnen met de aanleg van windmolenparken. Wellicht dat in een later stadium de techniek zover gevorderd is dat minder hoge turbines volstaan. Die kans wordt gemist als op locaties het dichtst bij de kust begonnen wordt.
Pelzer: ,,Als de nieuwe plannen van minister Kamp doorgaan komen er ongeveer 250 windmolens van 240 meter hoog op achttien kilometer voor van de stranden van Egmond aan Zee en Bergen aan Zee. Bij helder weer zullen de windmolens vanaf Heemskerk tot Callantsoog goed te zien zijn, dus zeker ook vanaf Castricum aan Zee. We zijn een duurzame gemeente en vóór windenergie. Maar wel op voldoende afstand. We zijn voor onze economie en werkgelegenheid sterk afhankelijk van bezoekers en toeristen die hier komen vanwege onze prachtige stranden en natuur.”
Inmiddels loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden van extra windturbines achter de 22-kilometergrens. De kustgemeenten zullen ook een eigen onderzoek doen naar de mogelijkheden van het windmolenpark IJmuiden-Ver op zestig kilometer van de kust. Dat zou niet alleen gunstig zijn voor de gemeenten Castricum en Bergen, ook de kustplaatsen Noordwijk, Katwijk, Wassenaar en Zandvoort hebben een voorkeur voor deze locatie die voor niemand zichtbaar is. De gemeenten zullen in hun gesprek met de minister adviseren een locatie verder uit de kust te kiezen. Het is uiteindelijk de Tweede Kamer die een beslissing neemt over de Rijksstructuurvisie waarin de gebieden voor windmolenparken zijn opgenomen.