Castricum – Het is eerste pinksterdag. Vraag je aan willekeurige voorbijgangers wat de precieze betekenis is van deze religieuze feestdag is, dan zullen veel mensen je het antwoord schuldig moeten blijven. Dat Kerstmis te relateren is aan de geboorte van Jezus en Pasen aan de wederopstanding uit het graf, nadat Jezus eerder (Goede Vrijdag) gekruisigd werd, weten veel mensen wel op te lepelen. Maar Pinksteren? Opvallend is dat juist dit feest in de Middeleeuwen uitbundig door het hele volk gevierd werd. Waar we nu twee pinksterdagen kennen, was het vroeger wel een week lang feest. Een joods oogstfeest, wel te verstaan, dat de christenen vervolgens overnamen.
Vijftig dagen na Pasen
Het pinksterfeest valt precies vijftig dagen na Pasen en daarmee is ook de naam verklaard. Die is namelijk afgeleid van het Griekse woord pèntèkostè’ en dat betekent vijftigste. Tijdens het pinksterfeest wordt herdacht dat de Heilige Geest, de derde persoon van de Drie-eenheid, neerdaalde uit de hemel op de apostelen en op andere aanwezige gelovigen. Deze uitstorting van de Heilige Geest ziet men als de vervulling van Jezus’ belofte dat God een ‘pleitbezorger’ – de Heilige Geest – zou sturen; deze zou de leerlingen ‘alles duidelijk maken’ en ‘alles in herinnering brengen wat Jezus tegen ze gezegd had, een belofte die hij herhaalde vlak voor zijn hemelvaart.
Nationale feestdag
Hoewel de kerken met Pinksteren wat voller zitten dan op een doorsnee zondag, heeft het pinksterfeest niet meer de betekenis van weleer. Het feit dat het een officiële vrije dag is, biedt de mogelijkheid om eropuit te trekken en bijvoorbeeld een evenement te bezoeken. Ook een bezoek aan een meubelboulevard is al jaren een populaire bezigheid met Pinksteren. Ook gaan er steeds vaker stemmen op om het pinksterfeest niet langer als nationale feestdag te beschouwen. Die wens komt hoofdzakelijk voort vanuit het besef dat het alleen op christenen van toepassing is. Joodse en islamitische feesten beschouwt men ook niet als officiële feestdag. (Foto: Pixabay)