,,Ik heb lang getwijfeld of ik mijn versie van de gebeurtenissen van de afgelopen periode naar buiten zou brengen. Maar na zes weken heb ik toch sterk de behoefte om deze, voor mij zeer vervelende periode, af te sluiten.”Dat schrijft voormalig wethouder Hilbrand Klijnstra voor D66 Castricum in een lange brief die in zijn geheel te vinden is op de website van de partij.
,,Toen ik zes jaar geleden wethouder werd, realiseerde ik mezelf dat ik aan een enorm zware klus en ondankbare taak begon. De gemeente stond er financieel slecht voor en had een hoge schuldenpositie. Maar door strak financieel beleid, samen met het college en de raad, is het in mijn eerste periode gelukt om de financiële situatie aanzienlijk te verbeteren en de schuldenlast terug te dringen. Bij de start van mijn tweede zittingsperiode werden binnen de nieuwe coalitie ook duidelijke afspraken gemaakt over het financiële beleid dat we zouden voeren. In het voorjaar van 2015 ontstond er wat gemor bij een aantal fracties over het strakke financiële beleid. Vervolgens ontstond in november de discussie over de inhuur en het feit dat daar onvoldoende dekking voor was. Ik heb op geen enkel moment geprobeerd deze feiten onder tafel te laten verdwijnen. De unanieme motie van treurnis die wij als gehele college van de raad kregen vond ik meer dan terecht.”
,,Na nog zes helse weken met vele leugens, halve waarheden, onbegrip, weerzin om zich bij de feiten neer te leggen en allerlei aantijgingen, werd op 11 februari een motie van wantrouwen tegen mij aangenomen. De oppositie steunde deze unaniem en coalitiepartners CKenG en PvdA deden dit tegen de afspraak in ook. Als er dan op zo’n moment raadsleden staan te juichen, high-fives op de tribune maken omdat het gelukt is om een wethouder naar huis te sturen, dan weet je als mens niet meer wat je overkomt. Dat er ‘minder, minder Klijnstra’ door GroenLinks in de media wordt gezet, en daarna wekenlang allerlei leugens en halve waarheden naar buiten worden geslingerd, heeft mij bijzonder veel pijn gedaan.”
,,Ik vind het een dieptepunt van de lokale democratie dat politici zo met elkaar omgaan en zo met mij zijn omgegaan. Om als mens persoonlijk zo afgebrand te worden, dat gun ik niemand. Ik heb naar eer en geweten keihard gewerkt de afgelopen zes jaar. Naar mijn mening heeft de politieke situatie in de gemeente Castricum verschijnselen van een veenbrand. Ik ga proberen een nieuw leven op te bouwen en ik hoop dat de raad zich weer bezig gaat houden met de zaken waarvoor ze gekozen zijn. Ondanks alles wat mij overkomen is heb ik met veel plezier tot december samengewerkt met de gemeenteraad. Ik vond het een eer en een voorrecht wethouder te zijn in de fantastische gemeente Castricum.”