,,Het raakt mij nog steeds als ik eraan denk wat het Joodse meisje is overkomen”
Akersloot – Jaap Zweeris (86) is zeven jaar als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Hij raakt bevriend met een jonge Duitse soldaat. Aan het eind van de oorlog verliezen ze elkaar uit het oog. Vele jaren na de oorlog komt Jaap achter z’n verblijfplaats en er ontstaat een briefwisseling. Deze correspondentie komt recent, na 26 jaar, weer boven water. Voor Jaap een bijzonder moment.
Als gevolg van een hersenbloeding medio 2019 verblijft Jaap voor revalidatie in Magnushof te Schagen. Jaap is een doorzetter en doet er alles aan om weer de oude te worden. Hij maakte als kind de oorlog mee en schreef er, in zijn functie als voorzitter van Vereniging Oud-Akersloot een boek over.
Explosie
Jaap
maakt verschillende keren mee dat Akersloot bezet wordt door Duitse soldaten.
Op 6 februari 1945 is hij er getuige van dat er een Amerikaans vliegtuig wordt
neergeschoten. Het is kort na de razzia eind ’44, waarbij 100 personen worden
opgepakt. Jaap: ,,’s Morgens zag je vaak Amerikaanse bommenwerpers overvliegen,
op weg naar doelen in Duitsland. In de namiddag vlogen ze weer terug naar de
thuisbasis. Het gebeurde een keer dat ik zag dat eenvan de vliegtuigen, op weg naar het oosten, door Duits
afweergeschut in Wijk aan Zee werd getroffen. Het toestel raakte uit de
formatie en explodeerde. De negen piloten probeerden zich via hun parachute in
veiligheid te brengen. De parachute van een van hen vloog in brand en hij viel
te pletter. De anderen werden na de landing gevangen genomen. Ik ben nog op de
plek geweest waar het toestel was neergestort en kroop in de romp van het
vliegtuig.
Als de Amerikaanse bommenwerpers ´s middags van hun missie terugkeerden waren ze vaak zwaar beschadigd. Daardoor vlogen ze erg traag en waren ze een prooi voor de Duitsers. Er werd flink op geschoten en menig toestel werd neergehaald.”
Schoolreisje
Als
Jaap gevraagd wordt wat hem als kind van de oorlog het meest is bijgebleven
noemt hij twee gebeurtenissen.,,Ik
herinner mij nog heel goed het schoolreisje naar Artis in 1942. Terwijl de bus
op de terugweg door Amsterdam reed zei meester Bakker op een gegeven moment: „We
rijden nu door de Jodenbreestraat”. Dit zei mij toen niets. De bus stopte even
en ik zat aan de raamkant. Ik zag plotseling een mooi meisje van mijn leeftijd
in een blauw jurkje aan de kant van de weg staan. Ze droeg een gele Davidster.
We keken elkaar een moment recht in de ogen. Ik zal dit moment nooit vergeten,
want toen ik ouder was en hoorde dat er zes miljoen Joden waren vermoord,
waaronder drie miljoen kinderen, moest ik steeds aan dit meisje terugdenken. Nu
nog.” Terwijl Jaap dit zegt breekt z’n stem en er verschijnen tranen in zijn
ogen. ,,Sorry hoor,” zegt hij, ,,dat ik ineens zo emotioneel wordt, het komt
denk ik door de hersenbloeding die ik heb gehad. Vroeger had ik dit nooit. Het
raakt mij nog steeds als ik eraan denk wat haar is overkomen”. Het is
ontroerend om te zien dat het verdriet na 77 jaar nog steeds zo zichtbaar
aanwezig is.
Vriendschap
In
1944 arriveert er een hele cavalerie tanks in Akersloot.Jaap: ,,Als kind zwierf ik altijd rond bij de Duitse soldaten en,
nieuwsgierig als ik was, probeerde ik ’n praatje met ze te maken. De jongste
soldaten waren pas 18 jaar. Ik had een speciaal contact met een van hen, Alfred
Duda. Door dorpsgenoten werd hij ook wel ‘de oppasser van eerste luitenant Von
Bomhard’ genoemd. We werden min of meer vrienden. Die jongen was liever thuis
gebleven en wilde eigenlijk niets met de oorlog te maken hebben. Deserteren was
geen optie, want er gold een represaillemaatregel (‘Hitlerbefehl’), waarin
bepaald was dat zijn ouders, broers en zusters in dat geval zouden worden
opgepakt en naar een concentratiekamp afgevoerd zouden worden. In september
1944 vertrok de hele cavalerie naar het front in Arnhem, inclusief Alfred. Aan
het front maakten de geallieerden korte metten met de Duisters. Ik wist niet
hoe het met Alfred was afgelopen. Jaren later hoorde ik dat hij de oorlog had
overleefd en dat hij naar de DDR was teruggekeerd. Ik hoorde dit van een
huishoudster uit Akersloot, die van Tsjechisch-Oostenrijkse afkomst was en met
wie hij correspondeerde. Ze werkte bij een halfbroer van m’n vader en ze woonde
al voor de oorlog in Akersloot. Medio 1993 ben ik ook met Alfred gaan
corresponderen. Het was 48 jaar na de oorlog en ik was inmiddels 59 (Alfred
66). We schreven over de situatie in Akersloot toen hij er gelegerd was en over
het front in Arnhem. Alfred schreef dat hij mij graag terug wilde zien en in
Akersloot in de bloembollen wilde gaan werken. Het toenmalige IJzeren Gordijn
hield dit aanvankelijk tegen. Na de val van de muur is hij tweemaal in
Nederland geweest, waarvan één keer in Akersloot. We spraken af elkaar na 50
jaar weer te ontmoeten, echter een derde heeft dit verijdeld.” Jaap heeft
Alfred nooit meer gezien. Hij weet niet of Alfred nog leeft.
Jaap heeft de brieven altijd bewaard, maar sinds die tijd niet meer ingekeken. Als z’n dochter de brieven opzoekt en Jaap deze na 26 jaar weer onder ogen krijgt komen er bij hem vele, mooie herinneringen boven die hij altijd zal blijven koesteren. (Tekst: Henk de Reus)
Foto 1: Op 5 mei viert Nederland dat het 75 jaar terug bevrijd werd van de bezetter. In de aanloop naar Bevrijdingsdag besteedt deze krant periodiek aandacht aan dit thema en laat hierbij inwoners aan het woord. (Foto: aangeleverd)
Foto 2: Schoolfoto Jaap Zweeris uit 1945 (Foto: aangeleverd)
Foto 3: Alfred Duda en z’n echtgenote in 1993 (Foto: aangeleverd)
Foto 4: Alfred Duda laat in z’n antwoord aan Jaap Zweeris weten hoehet hem tijdens het einde van de oorlog is vergaan (Foto: aangeleverd)