Jan Brakenhoff verzamelt antiek gereedschap en gebruiksvoorwerpen van vroeger

Castricum – Als je de schuur van Jan Brakenhoff aan de Oude Haerlemmerweg binnenloopt en zijn verzameling ziet denk je al gauw aan ‘Malle Pietje’ uit de televisieserie Swiebertje uit de jaren 70. Maar dan wél in een modern jasje en waarbij de verzamelde voorwerpen netjes en overzichtelijk gesorteerd zijn. Jan verzamelt vooral gereedschappen en gebruiksvoorwerpen van vroeger.

Door Henk de Reus

Jan (82) begon al vroeg met verzamelen. ,,Ik was achttien toen ik bij iemand in Uitgeest hout ging ophalen. Ik kwam in een antieke werkplaats terecht en trof er bijzonder handwerkgereedschap aan. Omdat de werkplaats tegen de vlakte zou gaan besloot ik om wat profielschaafjes, een ploegveer en drie moorbeitels (gebruikt bij het bouwen van molens) over te nemen. Ik zag er een stukje historie en cultuur in waarvan ik vond dat het behouden moest blijven”, aldus Jan.

Brede verzameling

Hierbij is het niet gebleven. Jan liet zijn oog ook vallen op kleinschalig antiek tuin- en landbouwgereedschap, zoals sikkels, zeisen en hooiharken. Eén wand in zijn schuur hangt hier vol mee. Maar Jan heeft ook een verzameling antiek handgereedschap in de schuur ondergebracht, waaronder vele soorten handschaven. Als iets niet volledig meer intact is repareert Jan het zelf. Jan: ,,Veel van het oude houten gereedschap is in de loop der tijd teloor gegaan door houtworm. Het is best wel bijzonder dat dit er nog is.”

Jan legt zichzelf qua keuze voor antiquiteit geen beperkingen op. Zo beschikt hij over meerdere oude radio’s, waarvan de oudste uit ongeveer 1920 dateert. Een pathefoon is ook van dat jaar. Een greep uit de verdere collectie: oud elektra installatiemateriaal vanaf 1900 tot nu, mollen-, ratten- en vossenklemmen, bijlen, tangen, hamers, oude houten schaatsen en diverse manometers en karbietlampen.

Telefoon 

In een aparte hoek van de schuur staan en hangen oude telefoons. Jan pakt er een die geen draaischijf bevat en legt uit hoe deze werkte. ,,Je drukte op dit knopje en werd verbonden met de telefoniste. Je gaf aan met wie je verbonden wilde worden waarna zij in een handbediende centrale allerlei stekkertjes inplugde om de verbinding tot stand te brengen. Hij dateert nog van vóór 1920. In dat jaar kwamen de eerste telefoons met een draaischijf op de markt.”

Slag bij Castricum

Als Jan wordt gevraagd welk voorwerp uit zijn verzameling het oudst is pakt hij 2 glazen potjes en leegt hij de inhoud van één van de glaasjes op zijn hand. Het lijken grote knikkers, maar het zijn ronde loden musketkogels. Jan: ,,Deze kwamen tevoorschijn in 1953 toen PWN het grondwater in de duinen omlaag bracht. Er kwam hier toen een slootje droog te liggen en bij het uitgraven ervan kwamen deze naar boven.” Jan toont ook een grote gietijzeren kanonskogel. ,,Deze en de kleinere kogels dateren van de Slag bij Castricum in 1799. Er werd toen flink vóór en achter de duinen gevochten. Later vond ik er nog meer bij de Doodweg. Ik stelde ze beschikbaar aan Oud Castricum en hield deze voor mijzelf.” In de tuin bij Jan staat een door hemzelf gebouwde replica van een Frans 100 millimeterkanon waarmee de kogels destijds werden afgevuurd.

Jan pakt het andere glazen potje en haalt hier een rond voorwerp uit dat groter is dan een ei en dat nog verder in de tijd terug gaat. ,,Deze dateert nog uit de tijd van de Spaanse overheersing van 1567 tot 1573. Het zijn ronde kogels van klei. Er liep in die tijd een verbindingsweg tussen Haarlem en Alkmaar en kennelijk werd er onderweg al flink gevochten. De kogels werden afgevuurd met een klein kaliber kanon.” Jan loopt even weg en komt terug met een musket, een handvuurwapen dat in de zestiende en zeventiende eeuw werd gebruikt.. ,,Ergens in Engeland op de kop getikt”, zegt Jan en hij legt uit hoe het vuurwapen werkt.

Later

Jan heeft voorlopig nog geen punt achter het verzamelen gezet. Maar wat gebeurt er met zijn bijzondere verzameling als hij er zelf niet meer is? Jan: ,,Hierover heb ik nog niet nagedacht en dat hoef ik ook niet want voorlopig blijf ik nog even. Maar bedankt voor de tip. Ik zal erover nadenken.” Bij het vertrek van de verslaggever roept hij hem na “Het ga je goed”. Zei Malle Pietje dat ook niet altijd als hij afscheid van iemand nam?