We reden begin november langzaam licht schommelend Castricum uit. Onderweg genoten wij van het mooie zachte zonlicht dat over de weilanden streek. Er stond nog wat jong vee in de wei. In Uitgeest kwamen twee heren ons treinstel binnen en namen aan de andere kant van het gangpad plaats. Schuin tegenover mij herkende ik ineens Peter Rijs, de organist en dirigent van de Corneliuskerk in Limmen. Ik kende ook zijn medereiziger musicus Rob van der Sande. Met dit aangename gezelschap reisden wij met de stoptrein verder naar Haarlem. Daar scheidden onze wegen.
Wij gingen met de bus verder naar de Stadsschouwburg: Freek de Jonge trad op in een voorstelling over ‘een heer die zich in een steeds gekker wordende wereld staande probeert te houden’. De zaal was stampvol en de voorstelling werd verfilmd. Tot slot kroop Freek achter de vleugel en zong een voor mij zeer bekende canon: Dona nobis pacem. Hij nodigde zijn publiek uit om daarna in het Nederlands mee te zingen. Eerst zachtjes en vervolgens steeds luider zong het publiek mee. Het ontroerde ons; Freek met zijn weerbarstige stem samen met een volle zaal met Oekraïne. Gaza en Kerstmis in gedachten: vrede, vrede, geef ons de vrede
Fons Verbeek, Castricum