Fietsend in Friesland kwam ik in Marum terecht. Hé, kwam daar niet Jacques M. vandaan, een jongen waarbij ik 60 jaar geleden op de kweekschool in Beverwijk zat? De eerste de beste inwoner schoot ik aan: ,,Mevrouw, kent u Jacques M., hij was onderwijzer?’’ Nee, die kende ze niet. Nee, het zou wel heel toevallig zijn dat ik iemand aansprak die Jacques had gekend, maar ik had het tenminste geprobeerd. Wij vervolgden onze route en fietsten over bandendikke paadjes kilometers door. Na Tolbert besloten we na een pauze voor een koel glas ice-tea in Leek, terug te fietsen naar onze camping in Bakkeveen.

Net een dag terug in Castricum liep een mevrouw met handtas en vestje over de arm ons huis voorbij. Ik kende haar niet. Ze kwam terug en vroeg mij of ik Sander B. kende, hij moest hier ergens wonen. Sander B. dacht ik, nee dat zei mij niets. ,,Maar met wie is hij getrouwd?’’ De vriendelijke mevrouw met lange haren antwoordde: ,,Met Anouk.’’ ,,Aha, die woont hierachter op de hoek.’’ Net voor ze weg wilde gaan vroeg ik haar waar zij vandaan kwam. Uit Noorbeek zei ze. ,,Noorbeek’’, riep ik verrast uit. ,,Daar ben ik vorig jaar nog op een druilerige dag naar toe gereden, Noorbeek met zijn Sint Brigidaboom naast de kerk en de voormalige schoenwinkel Huynen.’’ De mevrouw werd op haar beurt verrast door mijn reactie.

,,Erg bedankt’’, zei de vriendelijke mevrouw. Nee, dacht ik, u bedankt voor deze extra vakantiedag in Zuid-Limburg.

Fons Verbeek, Castricum