De gemeente heeft in 2020 de Maranathakerk alleen kunnen kopen met de morele toezegging dat zij met die koop het gebouw met haar maatschappelijke bestemming voor tien jaar in stand zou houden. Zie daarvoor de gemeentelijke stukken. Als zij toen hadden gezegd dat zij wilden slopen (wat ze nu wel zeggen) dan had de kerk het zeker tegen een hogere prijs aan een projectontwikkelaar verkocht.
Maar de gemeente gedraagt zich nu, ondanks haar morele toezegging, ook gewoon als een projectontwikkelaar en wil de voormalige kerk nu laten slopen en de grond gaan exploiteren. Bovendien heeft de gemeenteraad zelf, een half jaar na haar aankoop, de Erfgoednota 2021 aangenomen, waarin ze heeft vastgelegd dat zij o.a. de Maranathakerk wil behouden. En nu wringt zij zich in allerlei bestuurlijke bochten om toch maar te gaan slopen. Daarmee gaat weer een stuk erfgoed van Castricum verloren.
Ze willen zich nu afkopen van haar zelf opgedragen taak, met de smoes dat ze ‘karakteristieke’ elementen zullen behouden. Waar dat slechts toe leidt kan men (als men heel goed kijkt!) in de Dorpsstraat zien aan het ‘huis met de kogel’ uit 1799 dat er niet meer staat, en bijvoorbeeld enkele tegels in de wand van de Rustende Jager dat gesloopt is, enzovoort, enzovoort. Ook de stichting Oud Castricum heeft met een scherpe brief aan de raad besloten om niet meer mee te doen, omdat zij zich schamen voor het gedrag van de gemeente.
Wat nu? Je zou ook minstens moeten onderzoeken of herbestemming van de voormalige Maranathakerk (tot bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk waar een grote behoefte aan is), in een gerenoveerd gebouw tot de financiële mogelijkheden behoort. Investeerders die een betaalbare huur willen vragen hebben zich al aangemeld. Zie het voorbeeld van de watertoren van Duin en Bosch door de stichting Boei. Geen sloop, maar koester je erfgoed nu eens echt.
Namens de Castricumse erfgoedliefhebbers,
Hans van Balgooi