De Stichting tot behoud van natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de Alkmaardermeeromgeving is van mening dat er binnen de gemeenten Uitgeest, Heemskerk en Castricum geen enkel geschikt terrein te vinden is voor een opstelterrein voor treinen. ,,De landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van dit hele gebied zijn onvervangbaar en verdragen geen industriële activiteit, aldus de stichting. De aanleg is ook niet nodig, omdat er duidelijke geluiden zijn waarin getwijfeld wordt aan het idee om de treinfrequentie te verhogen.”
De stichting heeft deze conclusie verwoord in een brief die is verzonden aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, ProRail, de colleges van Burgemeester en wethouders van de gemeenten Uitgeest, Castricum, Heemskerk, Beverwijk en Velsen en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland. In de brief wordt ook ingegaan op de door de gezamenlijke colleges van Burgemeester en Wethouders uitgesproken voorkeur voor de locatie Uitgeest N203, gelegen aan de zuidoostkant van de aansluiting provinciale weg N203 en rijksweg A9. De stichting heeft veel zorg over de mogelijke aanwijzing van deze voorkeurslocatie. ,,Ook deze is volgens de stichting ongeschikt, omdat het een groene randstedelijke bufferzone betreft en het Unesco-werelderfgoed de Stelling van Amsterdam. De stichting ziet een stapeling van argumentatie ontstaan om dit gebied te verstedelijken. Voor de Provincie zal een aansluiting tussen A8 en A9 het goedkoopst zijn als deze door dit gebied gaat. Een aanwijzing van N203 voor het opstelterrein zal de landschappelijke waarde van dit gebied verminderen en de deur openen voor die snelwegverbinding. Deze ontwikkeling ziet de stichting als zeer ongewenst.”
De stichting Alkmaardermeeromgeving is positief over de manier waarop ProRail en het ministerie het participatietraject hebben uitgevoerd. ,,Er is veel tijd besteed aan het horen van alle belangengroepen en het in kaart brengen van de gevolgen van een dergelijk terrein op tal van ruimtelijke aspecten. De stichting constateert echter wel dat ProRail en I&M zich hebben beperkt tot terreinen waarop alle opstelwerkzaamheden bij elkaar kunnen worden uitgevoerd, tijdens de avond en nacht. Er is niet gezocht naar gescheiden dag- en nachtopstelling. Er wordt ook nog steeds uitgegaan van nachtelijke werkzaamheden gepaard gaande met verlichting, eventuele geluidsoverlast, benodigde bebouwing en parkeerplaatsen.” De stichting betwijfelt of de toekomstige vervoersvraag werkelijk om verhoging van de treinfrequentie vraagt. ,,Verhoging van de frequentie kan namelijk leiden tot opstoppingen. Rijden met treinen van maximale lengte met de huidige frequentie biedt, volgens de stichting, waarschijnlijk betere perspectieven om de vervoersvraag op een goede manier te verwerken. Gesuggereerd wordt de besluitvorming rond te locatiekeuze te betrekken bij de herijking van programma’s en projecten in het kader van de Lange Termijn Spooragenda door de Tweede Kamer.”