Paula Jacobs (97) hielp met haar rode boekje herinnering aan de oorlog levend te houden

Warmenhuizen/Castricum – Paula Jacobs was een tiener toen de oorlog uitbrak. Op haar achttiende trad ze als administratief medewerker in dienst bij de gemeente Castricum. Vanuit deze functie kwam ze na de oorlog in contact met nabestaanden van de in Castricum aangespoelde oorlogsslachtoffers en droeg ze eraan bij om deze een gezicht te geven.

Door Henk de Reus

Paula woont nog steeds zelfstandig in haar knusse tuinderswoning uit 1911. Aan tafel doet ze haar best om een kruiswoordpuzzel op te lossen. ‘Het leukste van de krant’ vindt ze zelf. Ze oogt nog kwiek. Op tafel ligt het boek Stille Getuigen van amateurhistoricus John Heideman, evenals een rood boekje met foto’s en gegevens van tijdens de oorlog aangespoelde oorlogsslachtoffers. Dit bleek voor de totstandkoming van het boek Stille Getuigen van onschatbare waarde. Paula legde hierin kort na de oorlog alles vast wat zij aan fotomateriaal en gegevens van nabestaanden van de oorlogsslachtoffers ontving. 

Hartinfarct

Paula wordt in mei 98 jaar, maar ze is nog scherp van geest en heeft een dijk van een geheugen. Ook fysiek gaat het haar nog steeds goed. Hier heeft ze niet per se haar best voor gedaan want aan bewegen en gym heeft ze een broertje dood en wat eten betreft doet ze maar wat, zegt ze zelf. De afgelopen jaren reisde Paula regelmatig naar Thailand waar haar dochter Minke woont. Twee jaar terug vloog ze nog naar Australië omdat haar kleindochter Laura er een huis had gekocht. Afgelopen jaar zou ze er weer heengaan omdat Laura ging trouwen, maar vanwege een hartinfarct moest de reis gecanceld worden. Paula volgt nog steeds wekelijks schilderlessen in Alkmaar. Haar schilderijen bevatten veel blauw en fleuren de woning op.

Postduif

Het gezin waarin Paula opgroeide is tamelijk goed door de oorlog heen gekomen. ,,Mijn vader is één keer door de Duitsers opgepakt, maar hierna weer vrijgelaten. Ik heb niet geweten waarvoor. Wél moest ons gezin op last van de bezetter twee keer verhuizen: eerst van Bakkum naar de Torenstraat en later naar Zaandam. Paula: ,,Zelf vond ik dit niet zo erg, eigenlijk vond ik het ook wel weer spannend.” Ze vertelt dat haar vader op een avond wat geheimzinnig met een mandje met een parachute binnenkwam. ,,Hij vertelde dat er een duif in zat die door Engelse vliegtuigen was gedropt. Dit gebeurde wel meer en in grote aantallen.”

,,Zijn horloge was stil blijven staan op 10.00 uur, de tijd van de inslag.”

Paula vervolgt: ,,M’n vader vroeg ons om de volgende dag goed voor de duif te zorgen zodat deze voldoende was uitgerust om de vlucht naar de thuisbasis (Engeland) aan te kunnen. Aan de poot van de duif zat een kokertje met hierin een briefje om iets op te schrijven. Zo kwamen de Engelsen aan gegevens over de bezetter. Na de oorlog ontving m’n vader hiervoor een certificaat van verdienste uit Engeland.”

Het certificaat van verdienste, uitgereikt aan de vader van Paula. (Foto: Henk de Reus)

Overzeese contacten

Vlak na de oorlog ontving de gemeente brieven van de Oorlogsgravenstichting en van nabestaanden van veertien van de 36 oorlogsslachtoffers die bij de Dorpskerk begraven lagen. Bij de beantwoording van de brieven kwam haar Mulo-Engels Paula goed van pas. Ze ontving foto’s en informatie over de omgekomen soldaten en legde deze vast in het rode boekje. De aangespoelde soldaten kwamen uit Engeland, Amerika en zelfs uit Australië. Paula: ,,Het contact was duurzaam en het ging, gek genoeg, haast nooit over de oorlog. We hadden het gewoon over alledaagse dingen. Met sommigen bleef ik jarenlang corresponderen. Er ontstonden zelfs vriendschappen. Engelse nabestaanden bezochten hier het graf van hun dierbare en zelf ben ik ook een keer naar hen in Engeland gegaan.”

Opgraving

Door de verkregen informatie kreeg een aantal oorlogsslachtoffers een gezicht. Dit was niet het geval met alle graven. Paula: ,,Om die reden werd het hele oorlogskerkhof op een gegeven moment overhoop gehaald om nog meer soldaten te kunnen identificeren. Ik kon dit zien vanaf de eerste verdieping van het gemeentehuis. Het was geen prettig gezicht. Wél konden er nog drie soldaten worden geïdentificeerd. Ook is er later nog in een weiland een lichaam opgegraven van een onbekend iemand. Het bleek om de Amerikaan Richard. W. Taylor te gaan. Hij kwam op 23 februari 1945 om het leven bij een vliegtuigcrash. Mijn zus Hennie onderhield lange tijd contact met de ouders en de zus van hem. Hij is in Amerika herbegraven.” Zijn horloge was stil blijven staan op 10.00 uur, de tijd van de inslag.

Een pagina uit het boekje van Paula Jacobs. (Foto: Familie Jacobs)

Bloemen

Na de oorlog legden Paula en haar één jaar jongere zus Hennie jarenlang wekelijks bloemen bij de graven. Waarom? ,,Dit deed je gewoon”, zegt Paula nuchter. ,,We wilden de herinnering aan de oorlog levend houden. We haalden de bloemen lopend op bij de bollenkweker of plukten ze langs de weg en legden ze vervolgens neer bij de oorlogsgraven. Graven van mannen die we zelf nooit zelf hebben gekend, maar waarvan we via de verhalen van de nabestaanden wél een beeld kregen.” Het ging door totdat Paula trouwde. Haar zus Hennie trouwde ook en emigreerde naar Amerika. Ze overleed twee jaar terug. Paula verhuisde na haar huwelijk eerst naar Rotterdam, later naar Sint Maartensvlotbrug en tenslotte naar Warmenhuizen.

Actualiteit

Paula volgt nog dagelijks het nieuws en de onstuimige veranderingen op het wereldtoneel. Ze vindt het vreselijk wat er op dit moment allemaal gebeurt. ,,De wereldleiders van nu zijn een stel halvegaren die onverantwoorde risico’s nemen. Ik vind de situatie best heel eng worden. Het zal mijn tijd wel uitdienen, maar ik vind wat er nu gebeurt en de mogelijke gevolgen heel erg voor de kinderen en kleinkinderen van nu.”

,,De wereldleiders van nu zijn een stel halvegaren die onverantwoorde risico’s nemen.”

Als we het interview afronden vraagt Paula of ze het concept van het artikel vooraf te zien krijgt, want ze wil wel graag weten of het allemaal klopt wat er is opgeschreven. Niet direct een vraag die je van iemand van bijna 98 jaar verwacht. Ze houdt de regie graag in eigen hand. Nadat ze haar e-mailadres heeft gegeven volgt het afscheid van een bijzonder sympathieke en bescheiden vrouw die destijds niet heeft kunnen bevroeden welke dienst zij met het verzamelen van de gegevens van de oorlogsslachtoffers de gemeenschap later zou bewijzen.