Castricum – Peter Buis en Mink van IJzendoorn, twee jonge archeologen, bestudeerden het levenswerk van Herman Zomerdijk. Zomerdijk (overleden 15 maart 2014) was een Bakkumse bollenkweker en een gedreven detectorzoeker. Met zijn metaaldetector zocht hij decennialang naar munten en andere metalen voorwerpen op de bollenvelden en op het strand tussen Heemskerk en Egmond.
Door Ans Pelzer
Zomerdijk had een omvangrijke verzameling. Herman werd ziek en de provincie kocht zijn collectie voor het Huis van Hilde. Zomerdijk werkte zeer secuur en niet commercieel. Hij zocht verbinding met de wetenschap.
‘Interesse in verleden’
Peter en Mink schreven over het werk van Zomerdijk in ‘Kennemerland in metaalvondsten’. Wat boeit hen in archeologie? Mink: ,,Ik ben geïnteresseerd in het verleden. Archeologie gaat over de geschiedenis zoals we die leren kennen uit opgravingen en vondsten. Het is een belangrijke aanvulling op de studie van oude geschriften. Het leuke van archeologie is dat het een heel praktische kant heeft. Aan de Universiteit van Leiden werk ik aan mijn proefschrift en mijn specialisme is aardewerk. Naast de theorie is archeologie dus ook gericht op het bestuderen van materiaal. Dit kan zowel tijdens veldwerk als in een depot. Dit onderzoek naar Nederlandse archeologie is een beetje buiten mijn vakgebied (het Middellandse Zeegebied) dus ik moest hiervoor uit mijn comfortzone.’’
Gevonden aan het oppervlak
Peter is de archeologische muntenexpert (ook wel numismaat). In 2012 maakte hij een start met het identificeren van de munten in de collectie van Zomerdijk. Hij ontmoette Zomerdijk nog enkele keren voor zijn overlijden. Zijn nauwgezette werk maakte indruk. Peter: ,,Opgravingen zijn vaak niet-verstoorde contexten. Zo kun je goed weten uit welke periode het materiaal komt. Dit is echter niet het geval in de collectie Zomerdijk, die bestaat uit objecten gevonden aan het oppervlak en niet in de grond. Ze missen dus hun oorspronkelijke context en veel archeologische informatie.’’
Duidelijker beeld
Mink: ,,Geschiedenis wordt meestal geschreven aan de hand van overleveringen. Teksten in het verleden werden veelal gemaakt door- en voor mensen uit de bovenste laag van een maatschappij. Het mooie van archeologie is dat vondsten van iedereen kunnen zijn. Je krijgt hierdoor een duidelijker beeld van een dwarsdoorsnede van de vroegere bevolking. Met behulp van munten en andere objecten kun je veel van de geschiedenis begrijpen. Munten zijn namelijk over het algemeen goed te dateren, het is veelal bekend waar ze zijn vervaardigd en de uitgevende autoriteit staat soms op een munt vermeld.’’
Romeinse tijd
Van de gemeente Castricum worden vindplaatsen in onder meer de Oosterbuurt in Castricum, Doornduijn in Bakkum en de Westerweg in Limmen beschreven. Ook de overige vindplaatsen liggen in de regio Kennemerland. De vondsten in de Oosterbuurt worden gekoppeld aan een nederzetting die dateert uit de Romeinse tijd. De vondsten die door Zomerdijk in Doornduijn zijn aangetroffen, in het bijzonder de styca’s uit Northumbrië in het huidige Engeland, doen vermoeden dat er Vikingen actief zijn geweest in het gebied.’’
In de publicatie wordt ruim tweeduizend jaar munt- en geldcultuur van Noord-Holland beschreven. Verder wordt er stilgestaan bij een grote en diverse groep overige metalen vondsten, van musketkogels tot pelgrimsinsignes. De publicatie van Peter Buis en Mink van IJzendoorn kreeg de titel ‘Kennemerland in metaalvondsten, het levenswerk van Herman Zomerdijk’. Het wordt vandaag gepresenteerd in Huis van Hilde en aangeboden aan de weduwe en zussen van Zomerdijk. Vanaf nu is een speciale vitrine in Huis van Hilde gewijd aan de vondsten van Herman Zomerdijk.