Onze redactie ging op zoek naar Uitgeesters die geëmigreerd zijn.
Monique Teeling tekende hun verhalen op.
Deze week: Gert Brandjes, hij verhuisde 28 jaar geleden naar Zweden.
Sörmland – Gert Brandjes (56) woonde van 1959 tot 1987 op de Loet in Uitgeest en woont inmiddels 28 jaar in Zweden waarnaar hij verhuisde om te werken als gids wildwater- varen in Lapland. Van mei tot september was hij steeds een week weg met circa acht gasten. Met helicopter en watervliegtuig werd de groep getransporteerd naar het uitgangspunt Kaitumjaure met bagage en raft.
Van de ongeschreven regel onder gidsen om nooit een relatie aan te gaan met een gast, week Gert één keer af en hield daar zijn vrouw Ann-Kristin (Ninni) aan over. Met haar kreeg hij zoon Henrik die als militair in Enköping werkt.
Gert: “Wij wonen in Sörmland, 120 kilometer onder Stockholm in het gehucht Årdala. Dit was lang geleden een dorp met veel boeren maar is nu uitgestorven. Wij zijn één van de weinigen die hier permanent wonen. Ons huis is een typisch Zweeds, rood houten huis met eigen water uit een bron. Sörmland heeft meren, bossen en een glooiend landschap met veel landgoederen en kastelen.”
Van zijn jeugd herinnert Gert zich dat de Koog er nog niet was maar wel meer groen en open vlaktes. Op de Mariaschool vond hij de lessen van Thijs Fonville spannend en maakte een dinosourus van papier of keek film tijdens de schooluren. Als kleine jongen was de eendenkooi erg aantrekkelijk omdat het zo ‘geheim’ was. Gert: “Wij dachten dat daar een gevaarlijke man woonde met dito hond, slopen er naar toe maar durfden niet de kooi in te gaan. Toen Ninni en ik tien jaar geleden besloten een hond te kopen, wilde zij een Kooikerhond. Onze eerste kooikerhond Floris kwam bij ons en de cirkel was rond. De volgende keer bezoek ik eendekooi Uitgeest.” Ook vlotten bouwen en op het meer varen deed Gert graag waaruit toen al zijn avontuurlijke karakter bleek.
Op zijn tiende vertelde Gert tegen zijn moeder dat hij niet in Nederland zou blijven. Naast de natuur van Engeland, Wales en Schotland trok Zweden door ruimte en natuur. Aan hoe men op zijn verhuizing zou reageren, dacht hij niet. Zijn vader zag liever dat Gert voor een zekere toekomst koos. Gert: “Ik werkte als banketbakker en later als leraar banketbakker.” Heimwee had hij niet, hij verzweedste snel en voelt zich meer Zweed dan Nederlander. Bij Gert en Ninni op bezoek gaan, betekent mee-eten. Hij plukt zijn eigen paddestoelen, beent lammeren uit en bakt brood en gebak zelf. Weinig Hollandse pot maar de erwtensoep vindt hij nog steeds heerlijk. Wat hij mist is het even bij oude vrienden langsgaan wat in Zweden ook niet lukt omdat hij midden in de bossen woont en veel vrienden wonen soms tot 600 kilometer verder.
Gert: “Wat ik soms mis is een verse zoute haring!” Voor zijn moeder bouwde hij een stuga (klein houten huisje) en nu zij er niet meer is, verblijft zijn zus er ieder jaar een weekje. Na 20 jaar als leraar te hebben gewerkt, waarvoor hij veel moest reizen, werkt hij nu als begeleider van jongeren die zonder ouders naar Zweden vluchtten uit onder anderen Somalië, Syrië, Afghanistan of Eritrea. Het vervult Gert met trots dat inmiddels velen van hen op eigen benen staan, een baan hebben en hun bijdrage leveren aan de Zweedse samenleving. Uren kan hij praten over de opdracht die mensen hebben tegenover elkaar.
In Nederland valt hem op dat de huizen smal zijn, het verkeer agressiever maar ook dat het in de Kastanjestraat nog naar dezelfde bloemen ruikt als 45 jaar geleden.
Op de vraag of Gert van plan is in Zweden te blijven, antwoordt hij met de Zweedse zin bovenaan dit verhaal, wat betekent ‘ik wil leven, ik wil sterven in het noorden’. (Monique Teeling)
Kent u een Uitgeester die de grote stap naar het buitenland heeft gewaagd en zijn of haar verhaal wel wil vertellen aan de inwoners van Uitgeest?
Laat het ons weten via kantoor@uitgeestercourant.nl.