Heiloo – Het onderzoek in Zuiderloo is voorlopig beëindigd met het bergen van een massieve houten constructie. Het is de zwaarte van de constructie die de archeologen voor een raadsel stelt. Het betreft een vierkante bekisting met afmetingen van circa 2 x 2 meter. Voor de bouw zijn tenminste twee eiken gekapt. Op een diepte van circa twee meter lag de wortel van een van de eiken. Een ding is zeker, er heeft water in de put gestaan. De put ligt aan de rand van een vroegmiddeleeuws bewoningslint aan de Hoogeweg. Hier zijn in de afgelopen jaren talrijke sporen van boerderijen met bijgebouwen en waterputten opgegraven. Ze zijn allemaal uit de tijd tussen 500 en 900 na Chr. Meer naar het oosten toe zijn ook prehistorische bewoningssporen opgegraven. Rondom de waterput waren dit sporen van een eergetouw (voorloper van de ploeg) op een dieper niveau onder de vroegmiddeleeuwse cultuurlaag. Met een eergetouw werd de aarde voor de akkers opengescheurd. De waterput is anders dan de overige waterputten die tot nu toe zijn onderzocht. Voor het bovenste deel van de put zijn delen van eiken stammen, soms met gevorkte uiteinden, gebruikt. Bekend is dat gevorkte stammen ook als staanders voor boerderijen hebben gediend. Toen de stammen werden aangetroffen, was de eerste gedachte dan ook dat het voormalige staanders van een boerderij moesten zijn die na de sloop zijn hergebruikt voor de bekisting van de waterput. Dit is echter niet aannemelijk, omdat ook het worteldeel van een van de stammen nog aanwezig was. Opmerkelijk detail is een bewerkte houten pen die in de wortelholte van de eik was geplaatst. Zou er sprake zijn geweest van een ritueel? De grootte van de put geeft aan dat de bewoners uit het dorp veel water nodig hadden voor een specifiek doel. Putte men hier water voor kuddes vee? Of was het water nodig voor een of andere ambachtelijke activiteit? Had deze waterput een bijzondere betekenis voor de toenmalige bewoners op de strandwal? Op een gegeven moment is de waterput buiten gebruik geraakt en heeft men hem met afval opgevuld. Bovenin lagen botten van paard en rund en wat aardewerk uit de vroege Middeleeuwen. Welke dierlijke resten nog meer in de waterput zijn gegooid, moet nog worden onderzocht. Op dit moment ligt het botmateriaal voor verdere analyse in de opslag. Het hout van de waterput wordt nu onderzocht. Binnenkort zal een dendrochronologisch onderzoek, waarbij de jaarringen worden gemeten en statistisch geanalyseerd, de ouderdom van de constructie aantonen. Op de foto: Wethouder Dellemijn neemt een kijkje bij de archeoloog Silke Lange die samen met een team bezig is met de verwerking van de houtvondsten. Fotograaf: Ricardo Marcker.