Wethouder Slettenhaar vindt N203 ‘niet vergevingsgezind’

Castricum – Vorige week woensdag vond er een bijzondere raadsinformatieavond plaats, waarin de provincie een presentatie gaf over het onderzoek naar het verbeteren van de verkeersveiligheid op de inmiddels beruchte ‘dodenweg’ N203. Aan de orde kwamen de kortetermijnmaatregelen en het plan van aanpak voor de lange termijn.

Door Hans Boot

Voordat Vincent Evers, projectleider Mobiliteit bij de provincie, aan de hand van sheets de stand van zaken van het onderzoek mocht toelichten, leidde voorzitter Harold Ebels (D66) de avond in. Hij vertelde dat de provincie in samenwerking met de gemeenten Castricum en Uitgeest medio 2023 is gestart met een trajectstudie naar de N203 tussen Uitgeest en Limmen. Het doel hiervan is het in beeld brengen van de mogelijkheden om de veiligheid structureel te verbeteren. Voor deze avond waren gedeputeerde Jeroen Olthoff, de Statenleden, de wethouders Slettenhaar (Castricum) en Kloosterman (Uitgeest) en de raads- en commissieleden van beide gemeenten uitgenodigd. Ook andere betrokkenen waren van harte welkom. Tijdens en na afloop van de presentatie was er voor ieder gelegenheid voor het stellen van vragen, het maken van opmerkingen en het doen van aanbevelingen.

Maximumsnelheid

De projectleider noemde als aanleiding voor de trajectstudie de vele ongevallen met ernstige afloop en de zorgen bij weggebruikers en omwonenden over de betreffende weg. Hij voegde daaraan toe: ,,De conclusie van het bestuurlijk overleg tussen Uitgeest en Castricum was dan ook dat er iets moest gebeuren.’’ Als eerste kwamen de al gerealiseerde korte termijnmaatregelen in beeld, waaronder een inhaalverbod voor alle motorrijtuigen, het aanbrengen van ribbelmarkering tussen de twee rijstroken, een kantmarkering langs het fietspad en een haag tussen fietspad en rijbaan. Op het programma staan nog de intensivering van snelheidscontroles en de invoering van een trajectcontrole, evenals de herkenbaarheid van uitvalswegen.

Evers deelde ook mee dat het op basis van een strategisch plan de ambitie is dat het aantal slachtoffers wordt teruggebracht tot nul in het jaar 2050. Verder is het beoogde resultaat een rapportage met een analyse van doelstellingen, mogelijke maatregelen, een schetsontwerp en een kostenraming. Uitgangspunten daarbij zijn onder andere het vergroten van de afstand tussen rijbaan en fietspad, verbreding van het profiel van de weg, verlaging van de maximumsnelheid en het geschikt maken van het fietspad voor een doorfietsroute.

Participatie

De presentatie liet ook zien dat er momenteel circa 22.000 motorvoertuigen per etmaal over de N203 gaan met een gemiddelde snelheid van 73 tot 83 kilometer per uur en dat het aantal fietsers zo’n 1500 tot 2000 per dag bedraagt. Ook wees Evers erop dat scholieren ideeën hadden ingebracht waar serieus naar werd gekeken. Zij hadden voorgesteld om een verhoging van het talud tussen fietspad en rijweg aan te brengen. Ook diende volgens de projectleider terdege rekening te worden gehouden met het feit dat weg door natuurgebieden loopt. Wat de planning betreft wordt ervan uitgegaan dat besluitvorming over de plannen in het vierde kwartaal van dit jaar mogelijk zou kunnen zijn. De uitvoering van het groot onderhoud aan de weg staat vooralsnog gepland in 2028.

De reacties van zowel de bestuurders als uit de publieke waren divers. Zo vonden sommige bewoners het absoluut niet nodig om de weg te verbreden en was in hun ogen het handhaven van de snelheid voldoende. Een bewoonster langs de N203 merkte op dagelijks getuige te zijn van het levensgevaarlijke rijgedrag van automobilisten, terwijl een Castricums raadslid voorstelde het niet verbreden van de weg als randvoorwaarde op te nemen vanwege de grote impact op de agrarische sector en de natuurgebieden. Daar voegde een agrariër uit Uitgeest aan toe dat hij niet zou meewerken aan de minnelijke verkoop van grond, omdat hij geen land kon missen.

Wethouder Slettenhaar was echter van mening dat er wel naar verbreding gekeken moest worden en zei: ,,Het gevaar zit in het niet vergevingsgezind zijn van de weg, wat betekent dat elk foutje meteen fataal is.’’ Nadat vanuit de publieke tribune werd betreurd dat alle Statenleden op deze bijeenkomst waren weggebleven en omwonenden lieten weten dat ze de uitnodiging hiervoor uit de krant hadden moeten lezen, probeerde Olthoff ze gerust te stellen door te benadrukken dat de provincie het vervolgtraject en de participatie heel serieus neemt. Ook zegde hij toe dat de bewoners daar tijdig bij worden betrokken.

Op de foto:
De ‘dodenweg’, goed voor 22.000 motorvoertuigen per etmaal. (Archieffoto: Hans Boot)